Cube UT Enschede

Cube is een nieuw werkplaatsgebouw voor de faculteit Engineering Technology op campus Drienerlo van de UT in Enschede. Deze nieuwe uitbreiding van het Horstcomplex bevat werkplaatsen, kantoren en flexibele practicaruimtes.
Het nieuwe werkplaatsgebouw ‘De Cube’ wordt vormgegeven als een nieuwe satelliet van De Horst - het gebouw van de faculteit Engineering Technology (ET), één van de kroonjuwelen van de campus. De gebouwplint biedt brede vensters op een verzonken werkplaats, direct zichtbaar vanuit het omliggende landschap. Het gebouw is flexibel ontworpen, omdat de eisen die de faculteit stelt aan het gebouw veranderen per semester. De spanten zijn daarom uitgevoerd in de vorm van bijzondere vakwerken van twee verdiepingen hoog, waardoor voldoende vrije ruimte is voor toekomstige aanpassingen in de metaalwerkplaats en alle bovenliggende onderwijsruimtes.

Expo voor ET
Engineering Technology is een faculteit waar studenten niet alleen worden opgeleid om na te denken over de wereld, ze leren er ook de technologie te ontwerpen die de wereld kan veranderen. Die betekenis is in het huidige gebouw nauwelijks zichtbaar. Het nieuwe werkplaatsgebouw verandert dit. De entree van de uitbreiding biedt zich over de 7 meter hoge metaal- en laswerkplaats. Daar gebeurt het allemaal. Door de 1,4m verzonken vloer kijk je over de machines heen en heb je overzicht over de hele ruimte. Beneden testen studenten en onderzoekers innovaties, boven je loopt de kraanbaan. Vanuit de verzonken werkplaats is er zicht op het prachtige campuslandschap. Een grote piramidevormige vide zorgt voor extra daglicht diep in het gebouw en maximaliseert de interactie tussen alle verdiepingen. Het geheel vormt een prachtige expo voor de faculteit.

Machine in het landschap
De Horst - het gebouw van de faculteit Engineering Technology (ET) - is een van de kroonjuwelen van de UT campus Drienerlo in Enschede. Het bestaat uit een laagbouwcarré met een toren en verschillende ‘satellieten’. De faculteit is altijd in ontwikkeling geweest en het gebouw bewoog mee. Door de groei van ET zijn de openheid en de overzichtelijkheid van de Horst afgenomen. De uitbreiding met werkplaatsen biedt de kans de oorspronkelijke architectuur te versterken.
Het nieuwe werkplaatsgebouw ‘De Cube’ wordt vormgegeven als een nieuwe satelliet. Het kavel voor de uitbreiding is eigenlijk te klein voor het programma. De oplossing: een lineair volume met een extra verdieping. Door het volume te verzinken blijft de hoogte van het gebouw beperkt en ontstaat er een interessante relatie met het landschap. Zo houden we de ontspannen inpassing in het landschap in stand en blijft het complex leesbaar als een carré met satellieten. Alle ondersteunende functies zijn gebundeld in drie kernen die tegen het gebouw aanstaan. Ze verwijzen architectonisch naar de kenmerkende installatiekernen van het Horstcomplex en maken dat de nieuwe aanbouw smaller oogt.

Een gebouw dat meebeweegt.
Het gebouw voegt zich naar het klimaat. Het volume is lineair zodat er voldoende daglicht het gebouw binnenkomst. De koele noordoost- en westgevel richten zich naar de omgeving en zijn transparant. De zuidoost- en westgevel hebben een minder publiek karakter en zijn geslotener om opwarming te voorkomen. De verzonken werkplaats beperkt trillingen in het gebouw en heeft een positieve invloed op het binnenklimaat door de constante temperatuur van de bodem.
Het gebouw is flexibel ontworpen, omdat de eisen die de faculteit stelt aan het gebouw veranderen per semester. Het bestaat uit twee hoofdbeuken met grote vrije overspanningen: een brede beuk van 2x14meter voor de werkplaatsen en een ondersteunde beuk (‘de backbone’) met verkeersruimtes en installaties ernaast. De spanten zijn uitgevoerd in de vorm van vakwerken van twee verdiepingen hoog, waardoor kolommen in de metaalwerkplaats worden beperkt. De constructie is daarmee de meest rationele oplossing en tegelijkertijd een uitgesproken architectonisch gebaar dat past bij de ingenieursomgeving van ET.

Sublieme functionaliteit
De architectuur vergroot de functionaliteit van het gebouw uit. Net zoals de rest van het Horstcomplex waar ondanks de soberheid, het ontwerpplezier van ieder detail afspat. De techniek wordt gevierd: De constructie, kraanbanen, trappen, liften, de verzonken werkplaats, ze versterken de architectonische expressie van het gebouw.
Het materiaalgebruik is eenvoudig en helder, passend bij de rest van de Horst. De stalen spanten zijn brandwerend gespoten in frisblauw. Deze robuuste basis wordt aangevuld met een lichte larikshout; de gevel, de binnenkozijnen en de kernen die van lariks CLT zijn. De installaties blijven in het zicht; dat is functioneel, borgt de maximale vrije hoogte en past bij het technische karakter van de ruimtes.
De gevel accentueert de organisatie van het gebouw. Het volume en de geleding op basis van een 1750mm grid is ontleend aan de functie van het gebouw, in de uitwerking is de verfijning zichtbaar. De houten plint biedt brede vensters op de verzonken werkplaats, je kijkt vanuit het landschap recht de werkplaats in. Erboven hangt de blauwe vakwerkstructuur, zichtbaar achter het glas.